MARKTVISIE | Gasprijzen zomer’25 hoger dan winter’25
De situatie op de energiemarkt zorgt er ook voor dat de warmteprijzen de lucht in schieten. AgroEnergy onderzocht dit voorjaar samen met een groep telers in de B3-hoek de mogelijkheden om hun warmteprijs omlaag te brengen. Met succes: de introductie van het zogeheten ‘stoplichtmodel’ – waarbij warmte wordt afgenomen op specifieke uren en van specifieke bronnen – resulteert in een dertig procent lagere warmteprijs.
De ontwikkeling van het ‘warmte-stoplichtmodel’ is een treffend voorbeeld dat samenwerken veel kan opleveren, geeft Rody Grootscholten aan. Hij is Business analist Warmte bij AgroEnergy. “We werden begin april benaderd door een groep klanten in de B3-hoek, het tuinbouwgebied tussen Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk. Zij krijgen, via het Warmtenet B3hoek, warmte geleverd van Eneco. Door de situatie op de energiemarkt is ook deze warmte fors duurder geworden. Telers vroegen zich af of er mogelijkheden waren om hun warmteprijs te reduceren. Op dat moment waren wij dat vanuit AgroEnergy ook al aan het onderzoeken. Deze twee zaken kwamen dus mooi samen.”
Ferry Adegeest van TVA Growers in Bleiswijk geeft aan dat de warmteprijs vooral in het tweede kwartaal van dit jaar de hoogte in schoot. Het tomatenbedrijf zet op een oppervlak van 3,6 hectare warmte in van het Warmtenet B3hoek. “Wij vonden het ook wat vreemd dat de warmteprijs zo hard steeg; het ging immers toch om restwarmte van de RoCa-centrale? We vroegen ons af of er geen mogelijkheden waren om de warmteprijs te drukken. Daarom klopten we aan bij AgroEnergy.”
Een analyse van AgroEnergy toonde aan dat vooral de hoge gasprijs bijdroeg aan een hoge warmteprijs. Grootscholten licht toe: “De tuinders in de B3-hoek krijgen via het Warmtenet B3hoek warmte uit drie bronnen: twee bronnen die zijn gerelateerd aan de gasprijs en één bron die niet direct gevoelig is voor de gasprijs. De warmteprijs van deze laatste bron, een afvalverbrandingsinstallatie, bleek beduidend lager. Samen met enkele telers, die zich hadden verenigd in een klantencommissie, hebben we toen een plan ontwikkeld om zoveel mogelijk warmte te betrekken van deze meest interessante warmtebron. Hiervoor werd een zogeheten ‘stoplichtmodel’ ontwikkeld.”
Dit betekent concreet dat de telers vooral warmte afnemen op het moment dat deze beschikbaar is vanuit de bron die niet gerelateerd is aan de gasprijs. AgroEnergy informeert hen hierover via een Whatsapp-groep. “Bij groen licht is het zaak zoveel mogelijk warmte af te nemen, omdat de kans dan het grootst is dat het gaat om niet-gas gerelateerde – en dus relatief goedkope – warmte. Een oranje licht is een sein om zo beperkt mogelijk warmte af te nemen, bij rood licht raden we dat af. Dan is vrijwel zeker gas nodig om de warmte te produceren, wat zorgt voor een hoge prijs. Overigens vragen we aan telers met een buffer, om in specifieke perioden warmte af te nemen. Zij hebben immers het grote voordeel dat ze warmte kunnen opslaan.”
Inmiddels werken zo’n vijftig tuinders in de B3-hoek met het ‘stoplichtmodel’. Deelname is vrijwillig, ondernemers zijn nergens toe verplicht. Grootscholten geeft aan dat meedraaien in het stoplichtmodel wel wat aanpassingen vraagt in de bedrijfsvoering. “Ondernemers nemen warmte af op momenten dat de niet-gasprijs gerelateerde bron deze aanbiedt. Dat zijn echter niet altijd dezelfde momenten dat ze ook warmte nodig hebben op hun bedrijf. Sommige klanten lossen dit op door hun buffers extra in te zetten. Anderen nemen minder warmte af op momenten dat deze duur is en doen concessies op teelttechnisch vlak. Maar het verschilt per teelt in hoeverre dit al dan niet mogelijk is.”
Bij TVA Growers zijn teelttechnische concessies vooralsnog niet aan de orde, geeft Adegeest aan. “Dit komt vooral omdat wij voldoende buffercapaciteit hebben. Dat is in deze tijden een groot voordeel.”
Kostentechnisch levert de aanpak veel op, geeft Grootscholten aan. De tuinders die werken volgens het stoplichtmodel, dat sinds half april draait, hebben hun warmteprijs namelijk met dertig procent weten te reduceren. “Dat is natuurlijk een heel mooi resultaat, zeker in deze tijden. En we horen ook van tuinders dat ze hier blij mee zijn. Als AgroEnergy hopen we op deze manier een steentje te kunnen bijdragen aan het op peil houden van de bedrijfsrendementen.”
‘Samen kunnen we tot hele mooie resultaten komen’
Ook Adegeest is positief over de resultaten van het stoplichtmodel. Alhoewel hij wel benadrukt dat de eindafrekening nog moet komen. “Maar we zien nu wel al dat we een aantal euro’s per gigajoule besparen. Dus dat scheelt flink. Deze samenwerking toont aan dat we samen veel kunnen bereiken op energievlak, tot hele mooie resultaten kunnen komen. Maar eerlijk is eerlijk: de verdere ontwikkelingen op de energiemarkt zijn bepalend voor de meerwaarde van het stoplichtmodel, ook op lange termijn. Wanneer de energieprijzen blíjven oplopen, maakt een dergelijke reductie van de warmteprijs uiteindelijk ook niet meer het verschil. Voor nu zijn we echter blij met iedere besparing die we kunnen realiseren.”